Fysio verhalen: fysio en patiënt samen aan de thee
“Wil je een kopje thee?” vraagt ze.
Er is zoveel negativiteit over fysiotherapie in het nieuws dat ik vandaag eens een verhaal wil delen waarom het, ondanks de administratieve lasten en lage salarissen, toch leuk is om fysiotherapeut te zijn.
Vandaag ben ik op huisbezoek bij een negentigjarige dame met een even oud hondje. Deze mevrouw kan niet meer naar mij toekomen, dus ga ik naar haar. Behandelingen aan huis vragen soms om improvisatie omdat ik niet alles bij de hand heb zoals in de praktijk, zoals een behandelbank en veel oefenmateriaal. Maar dat maakt niet uit, we redden ons wel.
Na de behandeling vraagt mevrouw of ik zin heb in een kopje thee. Ik vind het erg lief aangeboden, maar de volgende klant wacht al op mij. Haar teleurstelling is duidelijk zichtbaar. Ze probeert het nog eens: “Maar het is echt zo klaar hoor.” Helaas past het echt niet in mijn planning en sla ik het aanbod weer af. De oude dame kijkt nu heel bedroefd naar mij. “Jij hebt nooit tijd voor een kopje thee,” zegt ze.
De vorige keren dat ik hier was, had ik inderdaad ook geen tijd voor thee. Ik vind het erg verdrietig voor deze mevrouw dat ik niet even kan blijven voor een kopje thee. Soms is het in ons vak moeilijk om te zien dat mensen alleen en eenzaam zijn en behoefte hebben aan een praatje. En soms… ja, soms kan ik daar niet goed tegen. Ik besluit deze mevrouw een plezier te doen.
Ik beloof haar plechtig dat ik de volgende keer, als ik kom, haar als laatste plan en dan met haar een kopje thee zal drinken. Mevrouw kijkt direct een stuk vrolijker en zegt dat ze daar erg blij mee is.
Zoals beloofd plan ik de behandeling aan het einde van mijn werkdag, zodat ik nu wel even kan blijven voor het gewenste kopje thee. Eerst voer ik de behandeling uit en als we klaar zijn vraagt zij opnieuw of ik zin heb in een kopje thee. Dit keer antwoord ik: “Graag.” Mevrouw is blij en biedt me gelijk een stoel aan. Bij een kopje thee hoort een koekje, dus die krijg ik ook. We kletsen gezellig wat.
Als de thee op is, bedank ik mevrouw en trek mijn jas aan. Mevrouw loopt met mij mee naar de voordeur en zegt:
“Ik ben zo blij dat ik dit voor je heb kunnen doen. Jullie in de zorg rennen altijd zo hard. Een pauze heb je soms echt even nodig, dat is goed voor je.”
Lachend en enigszins verbaasd loop ik naar mijn auto. Wie heeft er zojuist wie een plezier gedaan?